woensdag 4 januari 2006

Hoofdstuk 4

Nadat ik haar bij de kinesist had binnengebracht, had ik Jesse in de creche afgezet en was ik er zo snel mogelijk vandoor gegaan. De stapel papieren die Jan een half uur later met een venijnig lachje op mijn bureau dropte, kwamen als een zegen, hoewel ze duidelijk niet zo bedoeld waren. 'Hier is absoluut niets veranderd terwijl je weg was,' knipoogde Nicky van het bureau naast mij. 'Koffie?' Ik trok mijn neus op. 'Too bad, jij bent duidelijk ook niet veranderd.' Tijdens de pauze vroeg ze me honderduit over Jesse en kirde ze bij het bekijken van de foto's. 'Oh, zo'n lief snoetje, heeft ie van jou!' Nicky was in dezelfde periode bij Pers@ aangenomen en na enkele dagen samenwerken was het me al meer dan duidelijk dat ze één van die mensen was, die nog nooit van stilte gehoord hebben. Na een maand had ik waarschijnlijk haar biografie kunnen schrijven en een half jaar later had ik een binnenhuisarchitect perfect kunnen uitleggen hoe haar huis er tot in de puntjes zou moeten uitzien. Maar ze was nu eenmaal Nicky en je werd eraan gewend. 'En gaan jij en Karel nu ook voor een baby of nemen jullie toch maar een hond?' Ze merkte de ironie in mijn stem nooit op en er kwam steevast een -in nickiaanse termen- diepgaand antwoord terug. Mijn gedachten dwaalden af naar het avondmaal en de repetitie van vanavond terwijl ergens in de verte het relaas van een gevecht tussen Karel en een tuinslang mijn aandacht had moeten vasthouden...

Het duurde nog een half uurtje voor ik naar de kine mocht toen ze me afzette in de hal van het ziekenhuis, dus besloot ik om een slechte gewoonte in ere te gaan houden. Thuis dronk ik nooit koffie omdat ik er het nut niet van inzag om een hele pot te zetten voor mij alleen. Bovendien kreeg ik altijd vieze blikken als de geur van koffie in de keuken hing. Ik reed naar de cafetaria en bestelde een koffie bij de verveeld kijkende blondine die even later aan mijn tafeltje stond. In stilte dronk ik van mijn kop, tot een vrouwenstem me deed opkijken.
‘Vind je’t erg als ik even hier kom zitten? ‘k Heb net mijn zoontje afgezet bij de kine, en kom hier wachten tot hij klaar is.’ Ik schudde mijn hoofd. Ze stak een sigaret op, en bood mij er ook één aan. Nog voor ik het helemaal besefte had ik ze opgestoken. ‘Eigenlijk ben ik gestopt,’ wilde ik zeggen, maar ik bedacht nog net hoe dom ik dat zelf ook vond klinken en rookte zwijgend verder. De vrouw stelde zich voor als Eva en vertelde honderduit over haar zoontje, Bart. Ik luisterde met een half oor en bedacht intussen dat ik vergeten was om iemand te vragen om me op te halen. Maar uiteindelijk had ik wel mijn GSM bij dus ik zou straks wel een paar mensen bellen voor een lift. Een blik op de klok boven de bar leerde me dat het bijna tijd was om naar binnen te gaan en ik liet Eva achter aan het tafeltje, nadat ik haar bedankt had voor de sigaret.
De kinesiste liet me 2 uur lang de gebruikelijke oefeningen doen, en kondigde aan dat ik waarschijnlijk tegen het einde van de week krukken zou krijgen. Toch nog goed nieuws vandaag. Ik kleedde me terug om, met wat hulp van een verpleegster die nog bezorgder was dan goed voor haar kon zijn. Toen ik er haar naar vroeg zei ze dat ze net was afgestudeerd. Het verbaasde me niet echt maar herinnerde mij wel aan de stapel cursussen die nog op mij lag te wachten.
Ik rolde mijn stoel naar de uitgang van het ziekenhuis en kwam in de gang Vincent tegen. Hij had niet veel tijd, want meer dan een ‘hey, alles okee?’ kon er niet af.
Na drie keer het geheugen van mijn GSM te overlopen besloot ik Lena te bellen om me op te halen. Ze was de enige die nu tijd zou hebben. Mijn ouders waren op vakantie, mijn broer en schoonzus waren aan het werk, en haar familie was naar de andere kant van het land op visite bij een of andere tante. De verplichte bezoekjes voor Jorn en Moira. Nog geen tien minuten later kwam Lena de parking op gezoefd. Ik groette haar met een kus en een knuffel en liet me in de auto helpen. Thuis vroeg ik haar nog even binnen, tenslotte hadden we geen van beide iets beters te doen, behalve studeren dan, maar daar had ik geen zin in. Uiteindelijk was het drie uur eer ze weer vertrok. Met tegenzin zette ik me aan tafel met m’n cursussen. Het studeren ging vlot, en de volgende keer dat ik opkeek hoorde ik de auto stoppen op de oprit. Ze kwam binnen met Jesse in haar armen en kuste me voor ze haar jas ophing en haar schoenen in een hoekje schopte. ‘Hey schat! Is spaghetti okee? Over een uurtje staat de rest hier al, en ik moet Jesse ook nog in bad doen voor we kunnen beginnen.’ ‘Voor mij is spaghetti meer dan okee, maar ik kan Jesse toch ook in bad zetten terwijl jullie repeteren?’ Ze glimlachte een beetje afwezig en ik haalde mijn schouders op en begon de tafel weer vrij te maken. Met Jesse op een stoel in zijn maxicosi, en mij aan tafel achter zich, begon ze te koken en blijkbaar ook eindelijk wat te ontspannen.
‘Hoe vond Jesse het op de crèche?’
‘Minder erg dan ik het vond om hem daar achter te laten,’ lachte ze. ‘Hij had zich blijkbaar wel geamuseerd, dat zei de opvoedster toch.’
Ik reed naar haar toe. ‘Dat had ik je toch gezegd? En morgen vind jij het ook al minder erg om hem daar achter te laten!’
‘Ben je thuis geraakt na de kine? Want je was vergeten om iemand te bellen, ik dacht er vanmiddag aan tijdens mijn pauze,’ veranderde ze vlug van onderwerp. Ik knikte. ‘Ik heb een taxi genomen, iedereen was aan het werk of weg.’
Ik wist niet eens waarom ik loog, en schrok er zelf van. Misschien om haar niet nog meer gespannen te maken dan ze al was. Wat kon het trouwens kwaad, er was toch niks gebeurd?


Max staarde naar het stukje tekst dat ik hem voorgelegd had en begon voorzichtig te neurieën terwijl hij op zijn gitaar enkele akkoorden aansloeg. Beetje bij beetje begon het nummer vorm te krijgen en telkens wanneer er iemand de garage binnenliep en mee begon te jammen, groeide de song. Vrij spontaan kwam ook de tekst voor de tweede strofe tot stand, hoewel ik meer van mezelf weggaf dan ik aanvankelijk had gewild.

I try to fight her
But she's just too kind
She touches me as if to say
Girl, it's gonna be okay
But her gentle fingers sting me
Bring what they should take away
Push me over the edge
So unaware of the danger

And if I win
I lose her help
And if I lose
I lose my life

We lieten het nummer even rusten en Michiel nam plots het woord. 'Seg mannen, ik...' Lena kuchte luid. '...en vrouwen...' vulde Michiel met een ten hemel gerichte blik aan '...dus, om maar meteen to the point te komen, ne maat van mij kent de organisator van Graspop en ik heb er via hem voor gezorgd dat wij in 't voorprogramma mogen!' We begonnen allemaal door elkaar te praten en het moet behoorlijk luid geklonken hebben, want ik zag haar hoofd in de deuropening verschijnen en Lena beantwoordde haar vragende blik. 'We mogen naar Graspop! Keigrappig, we waren er deze namiddag nog over bezig!' Ik keek haar vragend aan. 'Zijn jullie elkaar tegengekomen, ofzo vandaag?' Lena keek verbaasd. 'Oh, heeft ze dat niet verteld? Ik heb haar naar huis gebracht en ben een beetje blijven hangen.' Terwijl Michiel verder uitleg gaf, keek ik haar strak aan. Ze opende haar mond, maar sloot die meteen opnieuw. Niemand had iets in de gaten en ik wendde mijn blik af. Een donkere schaduw nestelde zich in mijn hoofd. Waarom had ze gelogen? Was er iets gaande tussen haar en Lena? Maar waarom had Lena dan zo luchtig gedaan? Ik wist niet wat ik moest voelen... woede of angst. Wat het ook was, ze verdiende mijn tranen niet! Tijdens de rest van de repetitie ging ik volkomen de mist in, mijn concentratievermogen liet het afweten en ik moest me meermaals verontschuldigen. We stopten een half uur vroeger dan voorzien en de gemoedelijke sfeer die er gewoonlijk hangt was ver te zoeken. Toen David als laatste de deur achter zich liet dichtvallen keek ik haar vragend aan. Ze staarde naar de grond. Dan naar mij. Terug naar de grond. Ik liet haar de pijnlijke taak de stilte te verbreken...

‘Uhm, ik weet niet… uhm, ik heb…’ stamelde ik.
‘Je hebt wat? Gegeten met Lena? Gekust met Lena? Seks gehad met Lena?’ Als ze me had kunnen neerbliksemen met haar ogen had ze het zeker en vast niet gelaten.
‘Schat, alsjeblief!’
‘En noem me godverdomme geen schat, je hebt er geen enkele reden toe.’
‘Maar er is niks gebeurd! Lena en ik, da’s al lang verleden tijd, dat weet je toch?’
‘Is’t daarom dat je gelogen hebt? Omdat er niks gebeurd is? Da’s wel enorm geloofwaardig moet ik zeggen.’
‘Ik weet het niet eens.’
‘Wat een geweldig excuus! En dan weet je waarschijnlijk ook niet waarom je gerookt hebt?’
Ik schrok. Het was van deze ochtend geleden dat ik die sigaret gerookt had, maar waarschijnlijk had ze het geproefd toen ze me kuste bij haar thuiskomst. Ik sloeg m’n ogen neer en bestudeerde onze keukenvloer.
Ze bleef maar doorrazen en het bijtende cynisme in haar toon en haar woorden deed me pijn. Ik keek haar niet eens aan, ik durfde niet.
Tot overmaat van ramp zette Jesse opeens zijn keel open, waarschijnlijk was hij wakker geworden van haar gebrul.
‘Normaal zou ik je op de sofa laten slapen, maar die staat me te dicht bij het bed.’
Ze zei niet eens ‘ons bed.’
‘Ik ga met Jesse naar boven, trek je plan. Ik slaap in de logeerkamer vannacht.’
Ze haalde Jesse uit zijn wieg, pakte de maxicosi in de keuken en beende de gang in. Ik had haar nog nooit zo kwaad gezien. Nadat ik alle lichten had uitgedaan hees ik mezelf in bed en nam niet eens de moeite om me om te kleden. Toen ze om half zeven de keukendeur opende leek het alsof ik geen oog had dichtgedaan. Zo voelde ik me, en zo zag ik er waarschijnlijk ook uit. Ze kwam naast het bed staan en gooide een zak op de vloer.
‘Hier zijn je kleren, kom je wel een tijdje mee toe.’
Ik wist niet waar kijken en koos dan maar opnieuw de vloer als studie-object.
‘Neem je cursussen ook maar mee, of zal je geen tijd hebben om te studeren?’
Ze deed nooit zo, we hadden al wel ruzie gehad, maar zo sarcastisch en gemeen had ik haar nog nooit gezien.
‘Ik breng je straks naar de kine, en ik veronderstel dat je wel bij Lena kan logeren. Of ga er voor mijn part wonen.’
Zonder een woord te zeggen zette ze me af op de parking van het ziekenhuis, ik werkte mijn kine af en belde Lena.
‘Kan je me ophalen, alsjeblief? En kunnen we dan naar jouw thuis? Ik denk dat ze me voorlopig niet meer thuis wil.’
Lena klonk bezorgd en zo stond haar gezicht ook toen ze kwam aangereden, amper vijf minuten nadat ik had opgehangen…

Ik gooide de deur van de logeerkamer met een klap dicht en barstte in tranen uit. De ribbels van de houten deur schaafden mijn rug terwijl ik me tegen de grond liet zakken en Jesse zette het op een huilen toen de Maxi Cosi met een harde klap neerkwam. Na mislukte partner nu ook mislukte moeder. Sussend tilde ik hem op mijn schoot en met één vinger volgde ik een traan op zijn wang. Zijn grote ogen keken me plots indringend aan, alsof hij alles zag wat ik even niet meer wist. Ik hoorde mezelf tegen haar schreeuwen, de woorden ketsten terug aan de binnenkant van m'n hoofd alsof iemand ze tegen mij riep. Want ik had ze niet gezegd. Ik niet. Ik ben niet hard. Niet zo. Het was mijn angst om haar kwijt te raken die haar wilde wegduwen voor ze het zelf deed. Ik wilde haar zo graag geloven en... en net daarom kon ik het niet. Ze moest me overtuigen. Ik wilde het veel te graag geloven. Half verdoofd ging ik op zoek naar Jesse's reisbedje en legde hem kortbij het bed. Mijn arm bungelde langs het bed naar beneden en met zijn kleine vuistje omklemde hij mijn vinger. Op een vreemde manier stelde het me gerust, alsof hij onze rollen omkeerde. Ik staarde in het donker en hoewel de ongemakkelijke houding m'n ademhaling afsneed, wilde ik niet bewegen, hem niet loslaten. Het begon al weer licht te worden voor ik eindelijk in slaap viel...
De stilte in de auto woog zwaar. Te zwaar om te verbreken en te zwaar om te ondergaan. Het portier knalde toe en de dreun bleef in mijn oren hangen terwijl ik de auto om de bocht stillegde en haar van achter een muur gadesloeg. Misschien hoopte ik wel dat ze zou vallen, dat ik naar toe kon rennen en haar vasthouden en zeggen dat het er allemaal niet toe deed. Maar ze viel niet. Ze keek niet op of om terwijl ze haar weg vervolgde en ik kneep mijn ogen samen alsof ik zo in haar hoofd zou kunnen kijken. De deur klapte toe. Ik stapte in. De weg zoog me naar binnen en vulde mijn hoofd met een zwart dat de hele dag bleef hangen. Op het werk zonderde ik me af en tijdens de middagpauze bleef ik doorwerken. Pas nadat ik Jesse 's avonds van de creche had afgehaald durfde ik mijn emoties weer even los te laten. De tranen prikten achter mijn ogen en het huis was zo leeg. Met te luide muziek en te veel licht probeerde ik de ruimtes te vullen terwijl ik in de keuken een pakje Noodles opwarmde. Plots rinkelde de telefoon...

Ik vertelde het hele verhaal aan Lena, nadat ze me een kop koffie en een sigaret had aangeboden. Ze zat tegenover me en keek me alleen maar rustig aan. ‘Je had het haar gewoon moeten vertellen,’ zei ze zacht. ‘Waarom heb je dat niet gedaan?’ Ik haalde mijn schouders op. Ik wist het zelf niet helemaal goed meer. Ze was al zo gespannen toen ze thuis kwam, en ik had het niet erger willen maken, maar zoals zo vaak had ik net het tegenovergestelde bereikt. Het tegenovergestelde in het kwadraat. We praatten nog een uurtje verder en nadat ik met grote moeite een boterham naar binnen had gewurmd, zette ik me met mijn cursussen in Lena’s studeerkamer. Ik betrapte mezelf erop dat ik vaak op mijn horloge keek, alsof ik verwachtte dat ze elk moment hier kon binnen stappen, om te zeggen dat het haar speet. Om een uur of 6 stak Lena haar hoofd om de deur, ze zou aan het eten beginnen. Ik knikte en sloeg de cursus dicht. Echt veel had ik toch niet gedaan vandaag. Ik nam m’n GSM, en toetste haar nummer in. Het enige dat ik al jaren vanbuiten kende. Het belde niet eens, direct haar voice mail. Batterij weer plat waarschijnlijk, dacht ik met een glimlach.

De hoorn klikte in de haak en ik voelde me schuldig omdat ik mijn moeder zo snel had afgewimpeld. Een gemaakt gesprek was wel het laatste waar ik zin in had en ik wilde niet dat ze hoorde dat er iets mis was. Afwezig staarde ik naar het warme bekertje voor me op tafel. Waarom belde zij niet? Ik wist dat ik haar weggestuurd had, maar ze kon mijn gedachten toch lezen? Of was dat niets meer dan een liefdevolle illusie? Nee, dat we elkaar begrepen zonder te veel woorden had ons samen gehouden, al had een woordtekort ons al één keer aan de noodrem doen trekken. Was het nu weer zover? Te veel gebeurd en te weinig woorden om het bloed te stelpen. Ik zuchtte, stond op en kieperde mijn onaangeroerde eten bij het GFT. Met Jesse op de arm liep ik van de keuken naar de woonkamer. Ons bed weerspiegelde de puinhoop die onze relatie nu was. Ik trok aan de lakens en probeerde met mijn vrije hand de plooien glad te strijken toen de deurbel rinkelde. Nog in gedachten verzonken opende ik de deur. Daar stond ze. En ik kon alleen maar slikken...

Ik zocht het nummer van de vaste lijn en belde daarheen. Ik wachtte tot hij aan de andere kant zou overgaan toen Lena riep. Het eten was klaar. Ik hing op en reed naar de keuken. Na de afwas weigerde ik een nieuwe sigaret en vroeg Lena om me thuis te brengen. Ze zou nu al wel afgekoeld zijn, hoopte ik tenminste. Ik pakte m’n kleren en cursussen weer in en zat mezelf in de auto alleen maar zenuwachtig te maken. Lena zette me af op de hoek en ik reed traag naar ons huis. Het duurde even voor ik de moed verzameld had om aan te bellen. Ze kwam opendoen, met Jesse op haar arm. Ze keek me aan en ik zag dat ze slikte. Ik deed hetzelfde en produceerde een flauwe glimlach. ‘Ik denk dat we eens moeten praten…’ Ze knikte en liep naar de keuken, waar ze Jesse in zijn maxi cosi zette.
‘Wil je, uhm, iets drinken ofzo?’ Ik schudde mijn hoofd en wachtte tot ze tegenover me zat. En daarna wachtte ik nog. Het bleek moeilijker dan gedacht om alles uit te leggen.
‘Uhm, Lena en ik, er is niks gebeurd, echt niet. Ik heb niks gezegd omdat… je was al zo van streek, en ik wilde je avond niet nog meer verpesten. Ik weet dat je nog altijd jaloers wordt als je ons samen ziet.’ Ai, foute zet. Haar gezicht verstrakte en ik stopte met praten. Nu was het haar beurt…

'...dus ik word altijd jaloers?' hoorde ik mezelf op een bijna ijzige toon vragen. Ze staarde naar de grond en plots deed het me zoveel pijn haar zo te zien en te weten dat mijn hardheid en mijn kille houding de oorzaak waren. Ik wist dat de tranen zouden komen als ik mijn harde masker liet vallen, maar ik kon niet anders dan haar de kans geven om terug tot me door te dringen. 'Ik weet het niet...' klonk ik plots veel zachter. Verder praten lukte niet want de woorden bleven steken in mijn keel. Ze bleef staan en staarde alleen maar en ik wist dat er nog niet genoeg gepraat was om ons terug bij elkaar te brengen. Ze kon haar arm niet om me heen leggen, want zij had me net geschopt. Het zou te hypocriet zijn. En toch wilde ik niets anders, niets liever dan dat. Maar we bleven staan als twee vreemden. Zonder nog verder na te denken draaide ik me plots van haar weg. Misschien was mijn onbewuste een betrouwbaarder raadgever dan mijn eeuwige rationaliteit. Ik nam Jesse uit de Maxi Cosi, legde hem op haar schoot en fluisterde: 'Ik moet gewoon enkele zaken voor mezelf op een rijtje zetten... Kan je... Wil je pas morgen praten?' Ik wachtte niet op een antwoord, drukte mijn mond tegen haar voorhoofd en zei geluidloos 'Slaapwel'. Mijn blik dwaalde nog even af naar Jesse voor ik haar de rug toekeerde en de trap op liep. De logeerkamer voelde nog killer aan dan gisteren nu ik er in mijn eentje lag, maar ik moest haar tonen dat ze nog steeds mijn vertrouwen had. Dat ik haar geloofde en dat ik wist dat ik het misschien eerst bij mezelf moest zoeken. Hoe kon ik dat beter dan door hem bij haar te laten? Met de achterkant van mijn hand wreef ik over mijn ogen. Mijn ademhaling was zwaar, net als mijn gedachten. Als ik eerlijk was tegen mezelf had onze ruzie niet zoveel met Lena te maken. Het was gewoon de aanleiding geweest, maar niet de reden. Het ging niet eens slecht tussen ons, maar ik had te veel verborgen. En dan het ongeval. Het had ergens toch een kloof geslagen en die moesten we nu dichten. Ik wist het. Het werd tijd werd om bepaalde dingen onder ogen te zien...

Ik keek naar de plek waar zij net had gestaan, en van daar naar de deur, en van de deur naar het kind op mijn schoot. Plots schoot het door mijn hoofd dat het de eerste keer was dat ik Jesse zo bij me had, met zoveel verantwoordelijkheid, met zoveel dingen te doen. Het ongeval had meer veranderd dan ik eerst gedacht had, en die veranderingen zouden nog wel een tijdje voelbaar blijven. Ik liet me meedrijven met m’n gedachten maar kwam snel terug met beide voeten op de grond terecht door Jesse die zijn keel openzette. Ik zag op het aanrecht een flesje staan en haalde de flessenwarmer uit de kast. Terwijl zijn melk warm werd kreeg hij een schone pamper om, waarbij hij me vol verbazing aankeek. Een steek van jaloezie ging door me heen. Ik had nog zoveel op te bouwen met hem, ik had niet die automatische band die zij met hem had, en ik was zo lang afwezig geweest. De flessenwarmer piepte en Jesse sloot zijn oogjes terwijl hij dronk. Hij verkoos het overduidelijk om rechtstreeks van de bron te drinken, maar het feit dat hij eten kreeg maakte toch al veel goed. Ik stopte hem in zijn bed en liet mezelf op het onze ploffen. Met 1 hand zocht ik naar een cursus maar kon er mijn gedachten niet bijhouden. Ik had gevoeld dat de ruzie om meer ging dan Lena, maar kon niks bedenken. Alles ging goed tussen ons, we moesten nog wat dingen verwerken en gewoon worden, maar gezien de omstandigheden ging alles prima. Allerlei gedachten tolden rond in mijn hoofd, opnieuw stak het idee aan een ander de kop op, maar dat verdrong ik. We hadden het dit weekend toch fijn gehad? Uit schuldgevoel, dacht ik meteen daarna. Het leek wel alsof een engeltje op mijn ene en een duiveltje op mijn andere schouder ruzie met elkaar maakten, alsof ik in een dom televisieprogramma beland was. Ik dwong mezelf om 10 keer te herhalen dat ze geen ander had, en probeerde daarna om aan niets meer te denken zodat ik in slaap kon vallen. ’s Ochtends maakte een flauw zonnetje me wakker en ik hoorde haar rommelen in de badkamer. Meteen staken alle gedachten van gisterenavond weer de kop op. Toen ze beneden kwam begroette ze me met een flauwe glimlach voor ze Jesse uit z’n bed haalde. Eens hij alles had gekregen wat hij nodig had, kwam ze naast mij op het bed zitten. ‘We moeten praten, écht praten, maar ik wil er echt de tijd voor nemen, niet zomaar snel voor jij naar de kine moet en ik naar het werk, of vlak voor een repetitie.’
Ik schudde mijn hoofd en hoorde nog amper wat ze zei. Ze hadden 2 dagen na elkaar repetitie deze week, vandaag en morgen. Dat zou betekenen dat we pas vrijdag konden praten. Het deed pijn dat haar muziek weer eens voorging op mij, op onze relatie, maar ergens wist ik wel dat ze die tijd vast wel voor iets anders nodig had. Voor ik het wist flapte ik eruit dat ik bij mijn broer zou logeren, daar was het rustig en kon ik ’s avonds studeren. Ik had niet echt verwacht dat ze zo opgelucht zou zijn met dat voorstel, maar ik duwde weer alle gedachten weg. Ze zou me vrijdagavond oppikken en dan zouden we naar de Ardennen rijden tot zaterdagavond. Jesse kon zolang wel bij haar ouders blijven. Het schoot door mijn hoofd dat ze echt wel iets serieus wilde bespreken, anders zou ze Jesse nooit zo lang achterlaten. Ik vroeg nog of ze het niet erg vond dat Lena me oppikte in het ziekenhuis, zij was immers de enige die overdag thuis was, en begon me daarna aan te kleden. Toen ze me een uurtje later afzette pakte ze me vast alsof ze me weken niet zou zien. En om eerlijk te zijn, zo voelde het ook…

In gedachten had ik haar armen nog om me heen terwijl ik aan het slot van de wagen morrelde. Het ding liet het de laatste tijd volkomen afweten en we kwamen er maar niet toe het te laten herstellen. Misschien wilden we gewoon niet geconfronteerd worden met het feit dat we daar eigenlijk amper geld voor hadden. Ik begon echt te verlangen naar de dag waarop ze afgestudeerd zou zijn. Daar moesten we het ook nog over hebben. Met maar één kostwinner, een derde persoontje erbij, alle ziekenhuiskosten en die KID-behandeling, die een serieuze hap uit ons budget geweest was, zaten we nu erg krap bij kas. Het was nog wel leefbaar, maar veel plaats voor extra's was er niet meer... Helemaal in gedachten verzonken kwam ik het bureau binnen en plofte neer op mijn stoel. Het viel me plots op dat er een vrolijke sfeer hing en ik draaide me om naar Nicky om te vragen wat er gaande was. Nog voor ik mijn mond kon openen, kirde ze 'Matthew is er!'
'Matt? Echt?' vroeg ik ongelovig.
'Yep en hij is lekkerder dan ooit.' Ze produceerde een grommend geluid en ik draaide met mijn ogen. Matthew was een jonge Amerikaan die hier een tijdje gewerkt had als correspondent.
Toen hij anderhalf jaar geleden onverwacht terugkeerde naar zijn geboorteland was iedereen teleurgesteld geweest. Ik, omdat we ontzettend goed met elkaar konden opschieten en de rest van de -overwegend vrouwelijke- redactie, omdat hij nu eenmaal zo'n lekker stuk was. Nicky vertelde me dat hij momenteel even bij Jan op het bureau was om te bespreken wanneer hij hier terug zou kunnen beginnen. Ze was net in de helft van een idiote opmerking over mijn extatische blijheid om een man, toen Matt naar buiten kwam. Vijf seconden later was ik gevangen in zijn sterke armen en bestookten we elkaar met vragen. We hadden allebei heel wat te vertellen en ik merkte dat het me goed deed alles van de afgelopen maanden eindelijk met iemand te kunnen delen. Zelf had hij het ook niet altijd even gemakkelijk gehad, maar tegen het einde van de dag leken we allebei een beetje vrolijker dan we in het begin geweest waren. Fluitend haalde ik Jesse af van de creche en hoewel mijn opgewektheid me nogal ongepast leek gezien de situatie, probeerde ik er angstvallig aan vast te houden. Ik kon het me niet veroorloven weer een repetitie naar de knoppen te helpen. Jesse vertelde me over zijn dag in zijn eigen taaltje en ik zong een vrolijk liedje voor hem. Af en toe keek ik vertederd opzij en kriebelde zijn buik. We waren al snel thuis en terwijl ik de oprit indraaide, zag ik een vrouw voor onze deur staan. Het duurde enkele ogenblikken voor ik haar herkende, maar toen de wagen stilstond drong het tot me door. De vrouw was Lena...

Tijdens de kine richtte ik mijn blik op oneindig, in de hoop niet te veel te moeten nadenken over alles wat gebeurd was. Een dokter kwam me vertellen dat ik vrijdag krukken zou krijgen, maar meer dan passief knikken kon er echt niet af. Ik belde Lena om me op te halen, en na het middageten stortte ik me op mijn cursussen. Nog 2 weken vooraleer ik examens had. Het werd nu wel stilaan tijd dat ik er vaart achter zette, de voorbije weken had ik niet echt veel kunnen doen.
Tot mijn eigen grote verbazing lukte het studeren geweldig goed. Om vier uur kwam Lena de studeerkamer binnen met een kop koffie, het was tijd om even te pauzeren.
'Ik wil je iets vragen, of eigenlijk iets zeggen, als je nee zegt doe ik het nog steeds.'
Ik glimlachte. Eigenwijze Lena, ze was echt nog geen haar veranderd, vroeger was het ook al zo. Eerst vroeg ze mijn mening, maar uiteindelijk dreef ze toch haar eigen willetje door. Mijn glimlach interpreteerde ze als een aanmoediging om verder te gaan.
'We hebben straks repetitie, en ik denk dat ik best wat vroeger vertrek. Ik heb besloten dat jullie een probleem hebben, maar ik niet, en de repetities worden stilaan wel heel erg belangrijk. We kunnen het ons echt niet meer veroorloven om er nog een te laten verknallen door spanningen. Ik wil met haar praten.'
Ik slikte en wachtte even voor ik iets antwoordde.
'Ik denk niet dat ze problemen heeft met jou hoor, maar je hebt gelijk, je kan alle mogelijke spanningen beter uit de weg ruimen. Ik bel Kris wel even om te vragen of hij me vroeger kan ophalen.'
Lena glimlachte een beetje halfslachtig en liet me weer alleen met mijn GSM en mijn cursussen. Ik belde mijn broer op z'n werk, hij zou me ophalen onderweg naar huis, en verdiepte me daarna weer in een cursus die ik inmiddels bijna vanbuiten kende.
Voor ik bij mijn broer in de logeerkamer in bed kroop, kon ik alleen maar denken: nog 2 keer slapen, en dan weet ik ten minste waar dit heen gaat...

Lena stond me met een scheve grijns aan te kijken. Even tevoren had ik haar als een klein verlegen schoolmeisje begroet. Blozend had ik beseft waarvan ik haar eigenlijk allemaal onterecht beschuldigd had en hoe ze het hele verhaal gehoord moest hebben. Maar het enige wat ze deed was me aankijken en lachen, grijnzen. En met die grijns gaf ze je het gevoel dat ze dwars door je heen keek, dat ze het allemaal wel begreep, want je was maar een mens en mensen hebben nu eenmaal gevoelens en die hadden ze niet altijd onder controle. Zo was Lena. Ze was nooit kwaad-of dat leek toch zo- en altijd begripvol, soms tot op het ergerlijke af. Soms wilde je er gewoon de emoties uit schudden en weten wat ze écht dacht. Terwijl ik zo over Lena liep te denken, was ik naar de keuken gegaan om drinken te halen. Uit de woonkamer klonken kraaiende geluidjes van Jesse en met het dienblad met limonade en koekjes in mijn handen, bleef ik hem en Lena vanuit het deurgat gadeslaan. Ze maakte grappige geluidjes voor hem en liep met twee vingers van zijn kleine teentjes over zijn been, buik en borst om te stoppen bij zijn neusje en er een zacht tikje op te geven. Daarna blies ze over zijn buik en hij liet het zich welgevallen, hij gierde zelfs van pret.
'Je zou een goede moeder zijn,' liet ik me ontvallen, terwijl ik het dienblad naast haar neerzette. Ze lachte, maar haar ogen lachten niet mee. Haar ooghoeken leken naar de grond te wijzen en over haar netvlies lag een glazige schijn. Waar ik net nog gehoopt had dat ik ooit haar emoties kon doorzien, voelde ik nu immens veel medelijden bij die aanblik, want als zelfs zij het niet kon verbergen, moest het wel erg diep zitten. Ik zette me naast haar en legde een arm om haar schouder. Zo bleven we even zitten. Stil. Troostend zonder woorden tot een kwalijke geur onze neusgaten binnendrong. Ze keek me aan en met een herwonnen glimlach vroeg ze 'Zal ik hem verversen?' Ik stemde in en zei er met een knipoog bij dat ik ondertussen wel een telefoontje naar een bepaalde iemand zou plegen...

Ik opende mijn ogen en half slaperig lag ik me af te vragen wat me gewekt had. Na een blik op de wekker wist ik dat het half 9 was, anderhalf uur nadat ik was gaan slapen. Niet dat ik echt moe was, maar als ik sliep dacht ik tenminste niet aan een kapotte relatie en een kind waarvoor ik een vreemde was.
Een paar seconden later ging mijn GSM af en herinnerde ik me dat het dat was waar ik van wakker was geworden. Zonder te kijken op het scherm nam ik op.
'Hallo?'
Ik was nog niet echt goed wakker maar dat veranderde op slag toen ik aan de andere kant 'met mij' hoorde. Zij? Nu? Ik dacht dat ze tijd nodig had, dat ze me even niet wilde zien?
'Uh, ja?' Meer kwam er echt niet uit, ik was te verdwaasd om iets zinniger te kunnen zeggen.
'Heb ik je wakker gemaakt?' Ze klonk lief en bezorgd, en ik voelde dat ik begon te trillen. God wat miste ik haar.
'Ja, maar dat geeft niet, zeg maar.'
'Ik wilde alleen even zeggen dat alles okee is met Lena. Ik dacht dat je dat misschien wel wilde weten.'
'Oh, ja uh, bedankt voor't bellen.'
'Da's graag gedaan. Tot vrijdag dan?'
'Ja tot vrijdag, 6u bij Lena?'
'Ja zoiets. Heb je nog iets nodig dat nog hier ligt? Dan geef ik het wel mee met Lena straks, na de repetitie.'
'Nee, ik denk het niet, nee.'
'Okee, bye!'
'Yep, bye.'
Ik staarde nog minstens 2 minuten naar de GSM in mijn hand en vervloekte mezelf. Waarom had ik haar niet gezegd dat ik haar miste? Waarom had ik niet gezegd dat ik zielsveel van haar hield? Waarom kon ik zo'n dingen nooit eens zeggen als het er toe deed?
Langs de andere kant, waarom had zij niet gezegd dat ze me miste? Misschien kon ze best zonder mij en vond ze het wel okee zo.
Ik lag te woelen en ik viel pas in slaap na wat honderdduizend blikken op de wekker hadden geleken. De laatste keer die ik me herinnerde was het half 5.
Bij de kine vervloekte ik mijn gepieker, ik was kapot, had veel te weinig en bovendien slecht geslapen, en was amper in staat om mijn ogen open te houden. Ik was al geen ochtendmens, maar dit was gewoon een regelrechte ramp.
Vincent wandelde voorbij en zag me slaperig mijn oefeningen doen.
'Hey alles okee? Je ziet er verschrikkelijk moe uit, moet ik zeggen.'
'Goeiemorgen, of zeg maar morgen, ik ben ook verschrikkelijk moe. Een vrouw is al een afrader, maar de mijne is dat helemaal, ik word er gek van.'
Het leek een wanhopige poging om een beetje humor in de hele situatie te zien, en dat besef was al genoeg om me weer neerslachtig te maken. Ik merkte wel dat Vincent nogal dromerig keek toen hij afscheid nam, maar dacht er niet bij na.
'Morgen je krukken, concentreer je daar maar op. Ik moet verder, ik zie je nog wel!'
'Bye.'
In al die maanden hadden deze oefeningen nog nooit zo verschrikkelijk geleken. De kinesist kwam langs en ik zag in z'n ogen dat hij nog't meeste zin had om me recht in m'n gezicht te slaan. En hij had gelijk ook. Ik herpakte me en haalde het beeld voor ogen dat me al die maanden had recht gehouden. Zij, Jesse, ik en mijn eerste kindje onderweg. Zo hadden we het gepland. Morgen kreeg ik die krukken en ik zou ze zo snel mogelijk weer kwijt spelen ook.
Ik was bijna weer vrolijk toen ik de hal inreed waar Lena me stond op te wachten...


Ik sloeg linksaf en vloekte toen een auto me rakelings de pas afsneed. Jesse was wakker geschrokken door de schok en begon te jammeren. Dat moest er nog bijkomen. Het leek wel of de wagen gevuld was met mijn gedachten en het gehuil alles uit zijn voegen zou doen barsten. De afgelopen twee dagen waren verwarrend geweest. De bandrepetities gingen goed, ik kon alles even van me afzetten en de muziek nam me mee. We hadden zelfs verschillende songs afgewerkt en de songlist voor MoerasPop samengesteld. Dat Lena op de hoogte was, zorgde nu zelfs eerder voor een geruststelling. Ze bleef altijd nog even praten. Checken of ik wel oké was. Ik wist niet of zij het haar gevraagd had of ze het gewoon zomaar deed, omdat ze nu eenmaal zo was. Maar het bleef lief. Het wakkerde enkel mijn schaamtegevoel tegenover haar aan. Ze had gezegd dat het niet nodig was. We hadden het erover gehad. Het bleef knagen.
De nachten waren lang en rusteloos, ik zocht naar woorden om het te vertellen. De vraag of het er wel toe deed, bleef centraal staan als een magneet die elke
andere gedachte naar zich toe trok. Zuchtend parkeerde ik me voor de deur van mijn ouderlijke huis en dwong mezelf opgewekt voor de dag te komen. Mijn moeder opende de deur nog voor ik alles uit de koffer had gehaald en bespaarde me zo ook meteen de onmogelijke lijdensweg naar de deurbel. Al snel had ze haar kleinzoon in de armen genomen en moest ik afscheid nemen als ik haar op tijd wilde afhalen. Ik kuste 'oma' op de wang en streek nog even langs Jesses wang terwijl ik hem even helemaal in me opnam. 'Dag klein mannetje van me, ik bel je morgen en overmorgen en misschien nog wel vanavond en...' Toen wierp ik een schuine blik op mijn moeder die met een alwetende glimlach naar me zat te kijken...


De tijd leek vooruit te kruipen. Tegen de avond kende ik zowat alle cursussen die ik had meegebracht uit het hoofd, en was ik het studeren vooral ook beu. Over twee weken had ik mijn allerlaatste examenreeks op de universiteit, maar dit weekend stond er een veel groter examen voor de deur. Na een paar geïrriteerde blikken van mijn broer en zijn vriendin omdat ik niet stil kon zitten besloot ik te gaan slapen. Nu ja, ik probeerde te slapen. De nacht duurde lang, en bij elke blik op de wekker werd ik zenuwachtiger en onzekerder. Niet omdat ik krukken zou krijgen, maar omdat we dit weekend zouden praten. Nog steeds had ik geen enkel idee waarover het ging in deze hele crisis.
Bij de kinesist probeerde ik de hele chaos in mijn hoofd even te vergeten. Eerst wilde dat niet echt lukken, maar al snel bleek dat ik al mijn aandacht nodig had voor het oefenen met de krukken. In het begin liep het moeizaam en wilde ik veel te grote passen nemen, waardoor het dodelijk vermoeiend was. Na een tijdje functioneerden de krukken al bijna als 2 extra benen. Op mijn rechterenkel mocht ik voorlopig nog niet steunen, maar de linker was in staat om me vooruit te helpen. De vrijheid die ik plots had overweldigde me, het was maanden geleden dat ik nog zonder hulp langer dan een paar seconden had kunnen rechtstaan. Ik kon amper geloven dat ik nu een groot stuk van mijn zelfstandigheid terug zou krijgen, ik was er zo aan gewend geraakt dat alles voor mij gedaan moest worden... Ik voelde mijn ogen vochtig worden, van blijdschap, maar ook van onzekerheid. Kon ik die zelfstandigheid wel opeens terug aan? Ik was er echt wel aan gewend, en af en toe genoot ik er wel van niets te moeten doen. Ik schudde mijn hoofd en slikte de tranen dapper weg. Als ik ooit van die dingen af wilde stond er nog veel oefening op het programma, en daar kon ik maar beter meteen aan beginnen. Een verpleegster volgde me met mijn rolstoel naar de inkomhal, waar Lena me stond op te wachten. Die rolstoel zou nog van pas komen als ik moe was, of voor grotere afstanden. Ik zag Lena staan voor zij mij zag, en ik kon de zenuwen en de nieuwsgierigheid van haar gezicht aflezen. Lena was voor veel mensen ongetwijfeld een gesloten boek, en het had ook mij veel tijd en oefening gekost, maar ik kon bijna feilloos zeggen wat ze voelde. Toen ze me zag aankomen stormde ze de hal door, waardoor ze heel wat mensen vreemd deed opkijken, en vloog rond mijn nek. Alweer voelde ik tranen opwellen, maar hier wilde ik zeker niet huilen. Opnieuw dapper slikken dus. Lena veegde met een vinger langs mijn ogen. Het aflezen van gevoelens werkte duidelijk nog steeds in twee richtingen. Nadat ze de rolstoel van de verpleegster had overgenomen huppelde ze bijna over de parking naar de auto. De rest van de namiddag bracht ik door met inpakken, en met verder oefenen. Zij wist nog niet dat ik mijn krukken had, en misschien zou die verrassing er toch nog voor zorgen dat het weekend in een ontspannen sfeer kon beginnen. De wijzers van de klok in Lena's eetkamer gingen trager vooruit dan ooit. Na wat dagen leek werd het dan toch zes uur, en even later hoorden we een auto stoppen voor de deur.

Ze stond voor me in de deuropening. Ze stond, geflankeerd door twee krukken. Het uiteinde van haar afgebleekte jeans hing weer nonchalant over haar voeten. Een herinnering, een verwijzing naar haar licht arrogante houding was terug te vinden in de -hoewel wankele- herwonnen pose. Ik slikte. Opwinding. Het was het laatste wat ik verwacht had nu te voelen en zeker het laatste waarvan ik dacht dat het de overhand zou nemen. Een warmte liet mijn wangen rood kleuren terwijl verwarde tranen ze hadden moeten afkoelen. De emotie leek misplaatst en verlegen vermeed ik haar blik terwijl ik een compliment over de krukken mompelde en mijn toevlucht tot haar bagage nam. Vooroverbuigend streek ik net iets langer langs haar been dan nodig in de hoop dat ze begreep wat ik niet kon vertellen, maar ik voelde geen reactie. Lena kwam naar buiten en dropte haar cursussen in de auto voor ze ons allebei een knuffel gaf en ons met een liefhebbende strengheid in haar stem naar onze auto verbande en ons beval van ons weekend samen te genieten. Ze wilde de spanning doorprikken, maar de naald was niet fijn genoeg. Ik hield het portier open en hielp haar instappen voor ik de krukken in de koffer legde. We konden elkaar niet aankijken, de sfeer was bevreemdend en ik verweet mezelf dat ik hiermee alleen mijn angst voor dit moment waarmaakte, dat het niet zo moest zijn. Het constante gebrom van de motor ontspande me na een tijdje toch enigszins en op de autostrade durfde ik eindelijk naar haar kijken. Ze staarde afwezig naar buiten en de jonge rimpels vormden een tekening langs haar ooghoek. Traag strekte ik mijn hand uit, ze mocht me pas opmerken als ik haar been zou raken. Haar lichaam sidderde even onder mijn vingers, maar ze bleef naar buiten staren. Elke streling schreeuwde in mijn hoofd. 'Kijk me aan... Kijk me aan!'. Ze deed het niet. Het verkeer dwong me haar been los te laten en ik kon niet de moed opbrengen iets te zeggen...

Verdomme! Was dat nu echt alles dat ze kon zeggen? 'Je hebt krukken, fijn!' Meer had ze nog niet gezegd sinds ze bij Lena was aangekomen. En als ze er dan nog in geslaagd was om het gemeend te laten klinken, maar nee, het klonk als een slecht excuus voor iets dat ze niet wilde zeggen. Waarschijnlijk was het dat ook. Die blos op haar wangen, de toewijding waarmee ze de bagage in de auto legde, het verried het gigantische excuus-gehalte van die 4 woorden.
We waren nu al meer dan een uur onderweg en nog steeds had ze niets gezegd. Ze had haar hand op mijn been gelegd, dat wel. Ik zat naar buiten te kijken toen ik haar strelen opmerkte. Ik verstijfde, en voor de zoveelste keer voelde ik de tranen opwellen. Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht die aan haar te tonen. Niet nu, niet in deze situatie. Ik vertikte het om als eerste de stilte te verbreken, dit keer was het aan haar om initiatief te nemen.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat ze zich op de baan concentreerde, het begon te schemeren en het was druk. Ik zou haar nu niet hoeven aan te kijken als ik de radio aanzette. De loodzware stilte werd vervangen door popmuziek. Het leek nergens op, maar alles was goed, als er maar geluid uit de boxen kwam.
Ze reed een oprijlaan op, en zette de motor af. Weer stilte. 'We zijn er,' zei ze, totaal overbodig. Ze bracht me mijn krukken, en terwijl zij de bagage naar binnen bracht en het bed opmaakte -1 bed, ze verwachtte blijkbaar dat het vanavond weer okee zou zijn tussen ons- kookte ik. Alles was klaar, maar ik kon de tafel niet dekken of de potten op tafel zetten, dus moest ik haar wel vragen dat te doen.
De tegenzin om te praten klonk waarschijnlijk duidelijk door in mijn stem, want ze liep rond met een verontschuldigende glimlach en vermeed mijn blik, nog meer dan eerst.
We aten zonder een woord te wisselen en toen ze opstond om af te ruimen werd het me teveel. De stilte, haar weigering om iets zinnigs te zeggen. Ik raapte al mijn moed bij elkaar, greep haar arm en vroeg het haar, het klonk harder en luider dan ik bedoeld had. 'Heb je een ander?'
Ze schrok, en leek even in tranen te gaan uitbarsten, maar begon te lachen. Ik wist niet wat ik zag, vond ze dit grappig misschien? Ik keek haar verongelijkt aan, en ze begreep mijn verwarring.
'God nee, ik heb geen ander, ik heb meer dan genoeg aan jou.' Ze glimlachte en er viel een gigantische last van mijn schouders. 'Maar waarom...Waarover gaat dit hele gedoe dan? Ik...' Ze legde haar hand op de mijne waardoor ik stopte met stamelen.
'Het is een lang verhaal, en ik vertel het je dadelijk, maar ik wil eerst afruimen en afwassen. Wil jij al een poging doen om het vuur aan te krijgen?'
Ik knikte en begon verwoede pogingen te doen met lucifers en hout, dat net vuur vatte toen zij uit de keuken kwam.


Daarstraks was ik nog rustig geweest, nu ik hier zat, voelde alles weer even onmogelijk aan. We waren voor de haard gaan zitten en de vlammen wierpen onze schaduwen op de muur. Ze leken lang en angstaanjagend. Het schapenvel kriebelde onder mijn blote benen en mijn ogen volgden de ongelijkheden in de vacht tot ik uiteindelijk mijn hoofd ophief. Haar gezicht leek zachter. Ontvankelijker voor wat het was dat ik haar zou zeggen, bijna uitnodigend. Ze wachtte. Ik keek terug naar de grond, nog steeds geremd door de vraag waarom het me nu plots wel parten speelde en of ik niet meer kwaad dan goed zou doen. Waarom ik me zo moest aanstellen. Waarom? Mijn eigen zware ademhaling vulde de kamer. 'Laat me gewoon vertellen tot het einde... als je wil? Ik weet niet of ik daar anders wel raak...' Mijn stem klonk stil. Stiller dan gewoonlijk, maar helderder dan ik verwacht had. Misschien knikte ze, maar ik kon haar nog steeds niet aankijken, dus ging ik door. 'Vincent... Hij was mijn vriend, vroeger... We... onze ouders kenden elkaar, hij studeerde al enkele jaren geneeskunde, ik was... amper 15, denk ik... weet ik... Nuja, het was dom, hij toonde interesse en ik... je snapt het wel als... Niemand je ziet staan en dan... Ik bedoel, hij was lief en attent... Misschien wilde ik mezelf bewijzen dat een man... Sja...' Mijn voorhoofd was diep gefronst en elke emotie moest aangevochten worden. Elk gevoel zou mijn verhaal laten overgaan in een geluidloos huilen. De woorden kwamen maar moeizaam in me op, sommigen klonken te hard, wilde ik niet gebruiken. Plots voelde ik haar hand op de mijne. Ik fixeerde me op het kleine schoonheidsvlekje net boven haar pink. Mijn zicht werd wazig maar eindelijk ging ik door. 'Het was best wel mooi... aanvankelijk. We konden goed praten, hij leek me soms beter te begrijpen dan... dan mijn vriendinnen, dan iedereen... Alles... Alles tussen ons moest wel geheim blijven...Om het leeftijdsverschil... Onze ouders... Zijn carriere...' Ze kneep zacht in mijn hand. 'Het kussen was niet erg... ik werd het gewoon, het kon best leuk zijn... Zelfs zijn handen soms... Het was spannend... Natuurlijk wilde hij meer... Ik gaf onduidelijke boodschappen... Soms flirten, suggestief zijn... dan weer gesloten als hij te dichtbij kwam... Ik begreep het zelf niet eens helemaal toen.' Haar duim streelde langs mijn vingers en ze slikte hoorbaar. 'We hadden een romantische avond. Ik was een weekend alleen thuis. De sfeer was juist... Ik had mezelf gezegd dat het... die nacht samen... dat het moest. Ik was wel opgewonden, nieuwsgierig... Ook bang... Hij was lief...tot... ik wilde niet meer... en...' Mijn stem was hoog en scherp gaan klinken en mijn borstkas voelde zwaar aan. Mijn ademhaling werd nog dieper. 'Het was mijn schuld, ik mocht niet 'ja' zeggen en dan niet... Maar ik wilde niet en hij werd kwaad en... en die... en de gedachten, ik had het kunnen vergeten, maar het ziekenhuis en alles was terug en ik kon het niet vertellen en het is idioot ik snap het zelf niet ik...'
Zwijgend... in het donker starend lag ik tegen haar aan. Haar hart klopte naast mijn oor. Ze streelde mijn voorhoofd. Mijn gezicht was vertrokken en ik duwde mijn nagels diep in mijn handpalm...

Ze zweeg nu al een tijdje. Ik wilde haar wel zeggen dat ik het begreep en dat het niets was, maar ik begreep het niet. Ze wilde uiteindelijk geen seks met hem, en dan? Was dat alles? Was dat de reden dat onze relatie op springen had gestaan? Ik woog mijn woorden zorgvuldig af voor ik ze uitsprak.
'En toen? Ik bedoel... is hij weggegaan? Of...'
Ze keek me een beetje ongelovig aan, alsof ze wilde zeggen 'heb je het dan echt niet begrepen?' Ik schudde mijn hoofd en kneep zachtjes in haar hand. Ze wendde haar blik af en slikte een paar keer tranen weg voor ze haar stem had terug gevonden.
'Hij... hij heeft me verkracht.'
Haar woorden leken tussen ons in te blijven hangen. Ik kon het bijna niet geloven, Vincent, de lieve, vriendelijke Vincent die ik kende had haar verkracht?
De verwarring moet op mijn gezicht te lezen hebben gestaan. 'Ik weet dat het vreemd klinkt. En ik weet dat het niet helemaal zijn schuld is. Ik had hem nooit mogen laten geloven dat ik er klaar voor was, dat ik het wilde. Ik had moeten weten dat ik niet wilde, ik wist dat ik niet wilde. Ik had hem gek gemaakt en daarna laten vallen als een baksteen. Zo voelde het voor hem. Hij heeft nog lang geprobeerd om me te bellen, maar ik nam niet op als hij het was, en hij schreef me ellenlange brieven. Hij verontschuldigde zich en verzekerde me dat hij me graag zag. Ik las ze en stookte ze op in de tuin. Ik wilde hem niet meer horen, niet meer zien.'
Het bleef even stil terwijl ik haar woorden tot me liet doordringen. Ze keek me aan en ik zag hoe de tranen over haar wangen rolden. Ik veegde ze weg uit haar ooghoeken en kuste het zout van haar wangen.
Ze begon te snikken. 'En toen ging jij bij hem stage doen, het drong eerst niet helemaal door wie hij was. En daarna dacht ik dat ik hem toch nooit te zien zou krijgen, en bovendien was vroeger voorbij. Maar toen... toen lag jij in het ziekenhuis en was hij je dokter en alles kwam weer naar boven en...en elke keer dat jij het over hem had werd ik half gek. Ik wilde je er niet mee lastig vallen want... want jij had al genoeg zorgen met je benen en je zou denken dat ik je niet vertrouwde omdat ik het verzwegen had, maar ik dacht er gewoon niet meer aan, tot op het moment dat jouw stage begon. En ik sloot me voor je af en ik werd boos om het minste dat je fout deed, zo hoefde ik niet meer aan Vincent te denken, hoefde ik het zelf niet te verwerken. En toen... en toen ontplofte alles en nu zitten we hier en god ik zie je graag en ik wil je niet kwijt, echt nooit!'
Ik was overrompeld door haar woordenstroom, tussen het snikken door, en legde haar uiteindelijk het zwijgen op met mijn vinger op haar lippen. Ik kuste haar zacht en fluisterde: 'Je raakt me niet kwijt, nooit! Ik zie je graag...'

Geen opmerkingen: